ECLI:NL:RBZWB:2022:2687
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroepschrift inzake aanslag vennootschapsbelasting 2016
Op 17 mei 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de niet-ontvankelijkheid van een beroepschrift dat was ingediend door belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst over de aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2016. De uitspraak op bezwaar dateert van 4 mei 2021, en de wettelijke termijn voor het indienen van een beroepschrift eindigde op 15 juni 2021. Het beroepschrift werd echter pas op 7 juli 2021 door de rechtbank ontvangen, wat betekent dat het niet-tijdig was ingediend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke bepalingen omtrent beroepstermijnen dwingend zijn en dat bij een termijnoverschrijding een niet-ontvankelijkverklaring moet volgen, tenzij er sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding. De griffier heeft belanghebbende de gelegenheid gegeven om te reageren op de termijnoverschrijding, maar belanghebbende heeft geen relevante informatie aangeleverd die zou kunnen duiden op een verschoonbare termijnoverschrijding. De rechtbank concludeert dat er geen omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding rechtvaardigen.
Daarom heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om verzet aan te tekenen binnen zes weken na de verzending van de uitspraak.