Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
- Een nader stuk van belanghebbende van 17 januari 2022;
- De brief van de rechtbank van 18 januari 2022 inzake heropening van het onderzoek en vragen aan partijen;
- De brief van de inspecteur van 16 februari 2022;
- De reactie van belanghebbende van 7 maart 2022;
- De brief van belanghebbende van 16 maart 2022;
1.Feiten
- Een brief van 17 januari 2022 van de gemachtigde met de verzoeken.
- Een brief van 8 maart 2022 van de Belastingdienst waarin onder meer het volgende is gemeld:
- Een brief van 16 maart 2022 van de gemachtigde met daarbij een reactie op de brief van 8 maart 2022 met een ingebrekestelling.
- Een brief van 25 maart 2022 van de Belastingdienst met een reactie op de ingebrekestelling.
2.Nadere beoordeling van het geschil
gelijkaan de voorwaarden die gelden voor een Nederlands eigenbeheerlichaam. Zo geldt voor een buitenlands eigenbeheerlichaam de voorwaarde van een aanwijzing door de inspecteur. Verder geldt – kort gezegd – de voorwaarde om zich tegenover de inspecteur te verplichten om inlichtingen te verstrekken, en de voorwaarde om in een overeenkomst met de ontvanger een nader omschreven aansprakelijkheid te aanvaarden. Deze laatste twee voorwaarden worden als zodanig niet aan een Nederlands eigenbeheerlichaam gesteld, maar vergelijkbare verplichtingen vloeien wel uit de Nederlandse wetgeving voort, zoals de inspecteur ook heeft aangevoerd (zie 2.7).
3.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar
- vermindert de aanslag voor het jaar 2015 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.544 negatief;
- wijzigt de belastingrentebeschikking dienovereenkomstig;
- wijzigt het bij beschikking vastgestelde verlies uit werk en woning tot € 10.544;
- vernietigt de revisierentebeschikking;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 3.194,50;
- draagt de inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 48 aan hem te vergoeden.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;