ECLI:NL:RBZWB:2022:258
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in belastingzaak
Op 25 januari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke zaak, waarbij belanghebbende een beroepschrift had ingediend tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting. De zaak, geregistreerd onder nummer BRE 21/3706, betrof de vraag of het beroep ontvankelijk was, gezien het feit dat belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 181 niet had betaald. De griffier had belanghebbende eerder schriftelijk geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht en had hem gewezen op de mogelijke niet-ontvankelijkheid van het beroep indien het griffierecht niet tijdig zou worden voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de griffierechten niet waren ontvangen, ondanks dat de griffier had aangetoond dat de informatie over de betaling was afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.