ECLI:NL:RBZWB:2022:252
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake aanslag rioolheffing 2021
Op 25 januari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de niet-ontvankelijkheid van een beroep tegen de aanslag rioolheffing 2021. De belanghebbende had een beroepschrift ingediend, maar was niet in staat het verschuldigde griffierecht van € 49 tijdig te betalen. De griffier had de belanghebbende schriftelijk geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht en had in een aangetekende brief van 6 september 2021 aangegeven dat niet-ontvankelijkheid kon volgen indien het griffierecht niet binnen vier weken was overgemaakt. De rechtbank constateerde dat het griffierecht niet was ontvangen, ondanks dat de brief was afgehaald volgens de gegevens van PostNL.
De rechtbank oordeelde dat het beroep op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kennelijk niet-ontvankelijk was. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. Deze uitspraak werd gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.