ECLI:NL:RBZWB:2022:237
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in belastingzaak
In deze zaak heeft de belanghebbende een beroepschrift ingediend tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2019. De belanghebbende was verplicht griffierecht te betalen van € 49, maar heeft dit niet gedaan. De griffier heeft de belanghebbende herhaaldelijk schriftelijk geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht, waaronder een aangetekende brief op 26 augustus 2021 en een tweede aangetekende brief op 24 oktober 2021, die beide ongeopend zijn terugontvangen. De laatste brief is op 12 november 2021 per gewone post verzonden, maar ook hierop is geen betaling ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht niet is betaald en heeft het beroep daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt op 25 januari 2022. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.