Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De verzoeken en standpunten
primairals volgt vast te stellen:
vader: -
vader: -
[wensnaam];
Zij hebben in Georgië een traject van hoogtechnologisch draagmoederschap doorlopen, nadat het hen op eigen kracht en met verschillende medische behandelingen niet was gelukt samen een kind te verwekken. De in Georgië geboren minderjarige stamt genetisch van hen af. Het traject in Georgië was met de nodige waarborgen omkleed. Er is een draagmoederschapsovereenkomst opgesteld, er is een verklaring van de fertiliteitskliniek beschikbaar waarin wordt bevestigd dat het embryo genetisch afkomstig is van de wensouders en er heeft na de geboorte van de minderjarige nog een DNA-onderzoek plaatsgevonden waarin is bevestigd dat de wensouders de biologische ouders van de minderjarige zijn. De draagmoeder heeft verder een verklaring afgelegd waaruit blijkt dat zij geen enkele bemoeienis met de minderjarige wenst c.q. verlangt. Ook is informatie over de onstaansgeschiedenis in de toekomst beschikbaar voor de minderjarige.
Hoewel de geboorteakte van de minderjarige overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie in Georgië is opgemaakt, erkennen de wensouders dat deze geboorteakte in Nederland vanwege strijd met de openbare orde niet in de registers van de burgerlijke stand kan worden ingeschreven, omdat de draagmoeder daarin niet als moeder is vermeld. Dit had volgens art. 1:198 lid 1 sub a Burgerlijk Wetboek (BW) wel gemoeten. Dit maakt dat registratie van de geboorteakte in de registers van de burgerlijke stand niet mogelijk is en dat de geboortegegevens van de minderjarige zullen moeten worden vastgesteld. De draagmoeder heeft naar Nederlands recht het eenhoofdig gezag over de minderjarige. De wensouders gingen er aanvankelijk vanuit dat de wensvader de minderjarige na de geboorte, met toestemming van de draagmoeder, heeft erkend, maar de wensouders zijn tijdens de mondelinge behandeling op dit standpunt teruggekomen. De minderjarige is het biologische kind van de wensouders en zij willen hem adopteren en het gezag over hem verkrijgen. De minderjarige wordt vanaf zijn geboorte door de wensouders verzorgd en opgevoed en de minderjarige heeft niets van de draagmoeder te verwachten. Daarnaast kiezen de wensouders voor de geslachtsnaam ‘ [wensnaam] ’ en willen zij dat de voornaam ‘ [wensnaam] ’ aan de naam van de minderjarige wordt toegevoegd. In Georgië was het niet mogelijk om meer dan twee voornamen te registreren.
3.De beoordeling
- De wensouders zijn op 14 juni 2013 te Veere met elkaar gehuwd.
- De wensouders hebben hun kinderwens niet op eigen kracht kunnen verwezenlijken en zij hebben ervoor gekozen om hun kinderwens in het buitenland, via hoogtechnologisch draagmoederschap, te realiseren.
- De wensouders hebben de draagmoeder bereid gevonden om via deze weg een kind voor hen te dragen. De draagmoeder heeft de Georgische nationaliteit en is ongehuwd.
- Op 27 september 2019 is tussen de wensouders en de draagmoeder, via een Power of Attorney, een draagmoederschapscontract tot stand gekomen.
- De draagmoeder is door het Psychologisch Consult en Opleidingscentrum te Tbilisi psychologisch onderzocht en zij is in orde bevonden om draagmoeder te zijn.
- Op 28 september 2019 is door [directeur vruchtbaarheidskliniek] , directeur van [vruchtbaarheidskliniek] , verklaard dat embryo’s zijn ontstaan uit zaad van de wensvader en eicellen van de wensmoeder en dat op 28 september 2019 een embryo is geplaatst in de baarmoeder van de draagmoeder.
- Op 11 februari 2020 heeft de draagmoeder schriftelijk verklaard dat zij de wensvader toestemming geeft tot erkenning van het ongeboren kind waarvan zij zwanger is.
- Op [geboortedag] 2020 is te Tbilisi, Georgië, uit de draagmoeder geboren de minderjarige.
- Van de geboorte van de minderjarige is in Georgië op 4 juni 2020 een geboorteakte opgemaakt. In deze akte zijn de wensouders als ouders van de minderjarige opgenomen en de naam van de draagmoeder komt er niet op voor.
- Op 12 juni 2020 heeft de draagmoeder schriftelijk verklaard dat zij geen ouderlijke rechten en verantwoordelijkheden heeft ten opzichte van de minderjarige, dat zij toestemming geeft om de ouderlijke rechten en verantwoordelijkheden te doen toekomen aan de wensouders en dat zij voorts toestemming geeft voor de adoptie van de minderjarige door de wensouders.
- Volgens een rapport van Verilabs van 3 juli 2020 is door middel van DNA-onderzoek vast komen te staan dat de minderjarige een biologisch kind is van de wensouders.
- Bij uitspraak van 6 augustus 2020 heeft de voorzieningenrechter de minister opgedragen om aan de minderjarige binnen twee weken na verzending van de uitspraak een nooddocument te verstrekken op grond waarvan hij Nederland kan inreizen en tijdelijk op Nederlands grondgebied mag verblijven. Op 13 augustus 2020 zijn de wensouders vanuit Georgië naar Nederland teruggekeerd, met de minderjarige.
- Bij beschikking van 26 augustus 2020 van de kinderrechter van deze rechtbank is Stichting Intervence (thans Stichting Jeugdbescherming west Zeeland) met de voorlopige voogdij over de minderjarige belast, zulks voor een periode van twee weken (tot 9 september 2020). Bij beschikking van 7 september 2020 is de GI belast met de (voorlopige) voogdij over de minderjarige voor de periode vanaf 9 september 2020 tot 26 november 2020, met dien verstande dat de voogdij van rechtswege zou doorlopen indien voor genoemde aflooptermijn een voorziening in het gezag over de minderjarige is verzocht.
- Op 16 november 2020 heeft de Raad een (voorwaardelijk) verzoek ingediend ter zake het gezag over de minderjarige. De voorlopige voogdij over de minderjarige loopt daarom tot op heden – totdat op het verzoek van de Raad en de verzoeken van de wensouders is beslist – door.
- De wensouders hebben de Nederlandse nationaliteit. De draagmoeder heeft (vermoedelijk) de Georgische nationaliteit. Ten aanzien van de minderjarige is onbekend welke nationaliteit hij heeft.
- aan de rechtshandeling geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan, of
- de erkenning van de rechtshandeling onverenigbaar is met de openbare orde.
,en de adoptie pas haar gevolgen heeft vanaf de dag, waarop de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, dient de rechtbank op grond van artikel 1:275 eerste lid BW voor die tussenliggende periode een voogd over de minderjarige te benoemen. Vooruitlopend op de (juridische) situatie die zal ontstaan nadat de beslissing betreffende de adoptie van de minderjarige door de wensouders in kracht van gewijsde is gegaan, vindt de rechtbank het in het belang van de minderjarige dat de wensouders voor deze periode tot voogden worden benoemd. De minderjarige wordt vanaf zijn geboorte door de wensouders verzorgd en opgevoed en het is belangrijk dat de wensouders vanaf nu reeds (zelfstandig) de beslissingen over de minderjarige kunnen nemen. Vanaf het moment dat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan en de adoptie haar gevolgen heeft, oefenen de wensouders vervolgens het (ouderlijk) gezag over de minderjarige uit.
4.De beslissing
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.