Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[belanghebbende],
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 15 april 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken BRE 21/4504 en BRE 21/4505, waarbij het beroep van de belanghebbende, vertegenwoordigd door Mr. D.A.N. Bartels, niet-ontvankelijk is verklaard. De belanghebbende had een beroepschrift ingediend tegen de uitspraak op bezwaar betreffende de vastgestelde waarde van twee panden, maar had nagelaten een schriftelijke machtiging mee te sturen. Dit was noodzakelijk omdat het beroepschrift niet mede-ondertekend was door de belastingplichtige en de indiener niet als advocaat was aangemerkt. De rechtbank had de gemachtigde de kans gegeven om dit verzuim te herstellen, maar dit is niet gebeurd binnen de gestelde termijn. De rechtbank oordeelde dat het beroep op grond van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kennelijk niet-ontvankelijk was. Er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken, en de uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.