ECLI:NL:RBZWB:2022:2040
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting
Op 15 april 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende, wonende te [woonplaats], had een beroepschrift ingediend tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Breda. In deze procedure was belanghebbende griffierecht verschuldigd van € 49, waarvoor hij schriftelijk was geïnformeerd door de griffier. De griffier had belanghebbende in een aangetekende brief van 14 januari 2022 gewezen op de verplichting om het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van de brief over te maken. De brief was afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, maar volgens de administratie van de rechtbank was het griffierecht niet ontvangen. Hierdoor werd het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.