ECLI:NL:RBZWB:2022:2037

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 april 2022
Publicatiedatum
15 april 2022
Zaaknummer
BRE-21_4795_4796
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroepschrift inzake belastingaanslagen op basis van de Wet waardering onroerende zaken

Op 15 april 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij Mr. D.A.N. Bartels als gemachtigde optrad voor een belanghebbende in een belastingkwestie. De zaak betrof een beroepschrift tegen de uitspraak op bezwaar tegen de vastgestelde waarde van onroerende zaken, zoals vermeld in de Wet waardering onroerende zaken. De gemachtigde had het beroepschrift ingediend, maar er was geen schriftelijke machtiging bijgevoegd, wat noodzakelijk was omdat het beroepschrift niet mede-ondertekend was door de belastingplichtige. Dit werd aangemerkt als een verzuim volgens artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De griffier heeft de gemachtigde in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, met een termijn van vier weken, gevolgd door een herinnering met een laatste termijn van twee weken. Ondanks deze waarschuwingen heeft de gemachtigde het verzuim niet hersteld. De rechtbank heeft daarom besloten om de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze beslissing. De rechtbank heeft in deze zaak geen proceskosten toegewezen, gezien de omstandigheden van het verzuim.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummers BRE 21/4795 en 21/4796
uitspraak van 15 april 2022
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gedingen tussen
Mr. D.A.N. Bartelsdie heeft gesteld het beroepschrift te hebben ingediend namens
[belanghebbende], gevestigd te [plaats] ,
belanghebbende,
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Veere,

de heffingsambtenaar.

Motivering

Mr. D.A.N. Bartels (hierna: de gesteld gemachtigde) heeft een beroepschrift ingediend betreffende de uitspraak op bezwaar tegen de bij beschikking krachtens de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde van de panden [adres 1] en [adres 2] te [plaats] met aanslagnummer [aanslagnummer] , die is afgegeven ten aanzien van [belanghebbende] (hierna: de belastingplichtige).
Bij het beroepschrift is geen schriftelijke machtiging meegestuurd. Dat had wel gemoeten, aangezien het beroepschrift niet mede-ondertekend is door de belastingplichtige en niet gebleken is dat de verzender van het beroepschrift advocaat is. Dit betekent dat er sprake is van een verzuim als bedoeld in artikel 6:6 van de Awb.
De griffier heeft de gesteld gemachtigde bij brief van 12 november 2021 de kans gegeven dit verzuim te herstellen binnen vier weken na de datum van verzending van die brief. Dit verzoek is herhaald bij aangetekende brief van 14 januari 2022 met een laatste termijn van twee weken. De brieven bevatten de waarschuwing dat indien het verzuim niet tijdig wordt hersteld, de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren.
Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de aangetekende brief afgehaald op een afhaallocatie van PostNL.
De gesteld gemachtigde heeft het verzuim niet hersteld binnen de gestelde termijn en heeft het verzuim nog altijd niet hersteld.
De rechtbank ziet onder deze omstandigheden aanleiding om de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren op grond van artikel 6:6 van de Awb.
Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 15 april 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank (artikel 8:55 Awb). De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.