ECLI:NL:RBZWB:2022:2032
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding in belastingzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenvergoeding van een belanghebbende in een belastingkwestie. De belanghebbende had een verzoek ingediend op grond van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) om de inspecteur van de Belastingdienst te veroordelen in de proceskosten. Dit verzoek volgde op de intrekking van het beroep betreffende de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2015.
De rechtbank overweegt dat proceskosten voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand alleen vergoed kunnen worden voor specifieke proceshandelingen die zijn opgenomen in het Besluit proceskosten bestuursrecht. In deze zaak is niet aangetoond dat er een professioneel gemachtigde was die een beroep- of bezwaarschrift heeft ingediend of een hoorgesprek met de inspecteur heeft gevoerd. Hierdoor is er geen aanleiding om de inspecteur te veroordelen in de kosten.
Daarnaast heeft de belanghebbende € 49 aan griffierecht betaald, maar de wet biedt geen mogelijkheid om de inspecteur te veroordelen tot vergoeding van dit griffierecht in deze procedure. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, en de uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.