ECLI:NL:RBZWB:2022:2030

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 april 2022
Publicatiedatum
15 april 2022
Zaaknummer
BRE-21_5273
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake vennootschapsbelasting door niet-betaling griffierecht

Op 15 april 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de niet-ontvankelijkheid van een beroep inzake vennootschapsbelasting. De belanghebbende had een beroepschrift ingediend bij de rechtbank Limburg, dat vervolgens is doorgezonden naar de Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het beroep betreft een aanslag vennootschapsbelasting met het aanslagnummer V560112. De belanghebbende was griffierecht verschuldigd van € 360,00, waarvoor de griffier schriftelijk had geïnformeerd.

De griffier heeft de belanghebbende op 6 januari 2022 in een aangetekende brief gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht. In de brief werd vermeld dat niet-ontvankelijkheid kon volgen indien het griffierecht niet binnen vier weken na de dagtekening van de brief was overgemaakt. De brief is volgens Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door de belanghebbende opgegeven adres.

Echter, uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 21/5273
uitspraak van 15 april 2022
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[gemachtigde] ,die heeft gesteld het beroepschrift te hebben ingediend namens,
[belanghebbende], gevestigd te [vestigingsplaats] ,
belanghebbende,
en
de inspecteur/ontvanger van de Belastingdienst
de ontvanger.

1.Motivering

Belanghebbende heeft een beroepschrift ingediend bij rechtbank Limburg, die het beroepschrift door heeft gezonden naar rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het beroep ziet op de aanslag vennootschapsbelasting met aanslagnummer [aanslagnummer]V560112. Hiervoor is belanghebbende griffierecht verschuldigd van € 360,00. De griffier heeft belanghebbende daarover schriftelijk geïnformeerd.
De griffier heeft belanghebbende in een aangetekende brief van 6 januari 2022 nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht. De brief vermeldt dat niet-ontvankelijkverklaring kan volgen, indien het griffierecht niet binnen vier weken na dagtekening van de brief is overgemaakt op de in de brief vermelde bankrekening. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres.
Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb.
Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

2.Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 15 april 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank (artikel 8:55 Awb). De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.