ECLI:NL:RBZWB:2022:1996
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongeldigverklaring rijbewijs wegens alcoholmisbruik na verkeersongeval
Op 25 september 2020 werd eiser door de politie aangetroffen na een verkeersongeval met een snorfiets. Na een blaastest bleek eiser te veel gedronken te hebben, met een gemeten alcoholgehalte van 980µg/l (2,254 ‰). Het CBR besloot op 6 mei 2021 het rijbewijs van eiser ongeldig te verklaren, omdat hij wegens alcoholmisbruik niet geschikt werd geacht om auto te rijden. Eiser maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het CBR verklaarde dit ongegrond. Eiser ging hiertegen in beroep bij de rechtbank, die op 25 maart 2022 de zaak behandelde.
De rechtbank oordeelde dat het CBR op goede gronden had besloten tot ongeldigverklaring van het rijbewijs. De rechtbank verwees naar de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelt dat voor de beoordeling van alcoholmisbruik specifieke deskundigheid vereist is. De keuringsarts had een rapport opgesteld waarin hij concludeerde dat eiser alcoholmisbruik vertoonde, ondanks zijn verklaring dat hij minder alcohol consumeerde dan gemiddeld. De rechtbank vond de conclusies van de keuringsarts navolgbaar en oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat het rapport gebreken vertoonde.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat het CBR terecht had besloten het rijbewijs ongeldig te verklaren. Eiser had geen recht op proceskostenvergoeding. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 14 april 2022.