ECLI:NL:RBZWB:2022:1858
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake naheffingsaanslag belasting personenauto’s en motorrijwielen (BPM) door niet-betaling griffierecht
Op 8 april 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij belanghebbende, een onderneming gevestigd te [vestigingsplaats], een beroepschrift had ingediend tegen een naheffingsaanslag belasting personenauto’s en motorrijwielen (BPM). De rechtbank heeft vastgesteld dat belanghebbende griffierecht verschuldigd was van € 360, en dat de griffier belanghebbende hierover schriftelijk had geïnformeerd. In een aangetekende brief van 31 december 2021 werd belanghebbende nogmaals gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met de waarschuwing dat niet-ontvankelijkheid kon volgen indien het griffierecht niet tijdig werd betaald.
De rechtbank heeft geconstateerd dat het griffierecht niet is ontvangen, ondanks dat de brief door belanghebbende was afgehaald volgens de gegevens van PostNL. Hierdoor was het beroep kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.