ECLI:NL:RBZWB:2022:1557

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 maart 2022
Publicatiedatum
29 maart 2022
Zaaknummer
02-238190-21
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis in verband met oorlogssituatie Oekraïne

Op 29 maart 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg uitspraak gedaan in een zaak betreffende de schorsing van de voorlopige hechtenis van een verdachte, geboren in 1986, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland is en momenteel gedetineerd is in P.I. Ter Apel. De rechtbank had eerder op 14 september 2021 de gevangenhouding bevolen. Op 25 maart 2022 werd er een verzoekschrift ingediend tot schorsing van de voorlopige hechtenis. De rechtbank heeft het strafdossier bestudeerd en op 29 maart 2022 de officier van justitie, de verdachte en zijn raadsman, mr. H. van Asselt, gehoord.

De rechtbank benadrukt dat een verdachte in beginsel het recht heeft om zijn berechting in vrijheid af te wachten, aangezien er nog geen veroordeling heeft plaatsgevonden. De verdachte wordt beschuldigd van het samen met een ander proberen om een groep Albanese personen met een zeiljacht naar Groot-Brittannië te brengen, wat een ernstig feit is dat de rechtsorde heeft geschokt. Volgens de rechtspraak van het gerechtshof in 's-Hertogenbosch kan schorsing van de voorlopige hechtenis alleen plaatsvinden bij bijzondere, zwaarwegende omstandigheden die het persoonlijk belang van de verdachte boven het belang van de samenleving stellen.

De rechtbank oordeelt dat er sprake is van dergelijke omstandigheden, gezien de oorlogssituatie in Oekraïne, waar de verdachte normaal gesproken woont met zijn vrouw en drie minderjarige kinderen. De verdachte heeft aangegeven dat zijn gezin zich in een gevaarlijke en onzekere situatie bevindt door de oorlog. De rechtbank concludeert dat de zorgen van de verdachte over zijn gezin, samen met de lange duur van de voorlopige hechtenis, rechtvaardigen dat het persoonlijk belang van de verdachte zwaarder weegt dan het strafvorderlijk belang. Daarom wordt het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis toegewezen. De schorsing gaat in op 30 maart 2022 om 11:00 uur, onder bepaalde voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
parketnummer : 02-238190-21
bevel schorsing voorlopige hechtenis van de raadkamer d.d. 29 maart 2022
(artikel 80 Wetboek van Strafvordering)
in de strafzaak tegen de verdachte:
[Verdachte] ,
geboren op [Geboortedag] 1986 ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
nu gedetineerd in P.I. Ter Apel, HvB.
Raadsman mr. H. van Asselt.

Procedure

Op 14 september 2021 heeft de rechtbank de gevangenhouding bevolen. Op 25 maart 2022 is op de griffie van de rechtbank een verzoekschrift ingekomen dat strekt tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafdossier en heeft op 29 maart 2022 de officier van justitie, de verdachte en de raadsman gehoord.

Beoordeling

De rechtbank stelt bij de beoordeling voorop dat een verdachte in beginsel het recht heeft zijn berechting in vrijheid af te wachten. Er heeft immers nog geen veroordeling door een rechter plaatsgevonden. Verdachte wordt in deze zaak verweten dat hij samen met een ander heeft geprobeerd om een groep Albanese personen met een zeiljacht naar Groot-Brittannië te brengen. Dit is een zogeheten twaalfjaarsfeit waardoor de rechtsorde ernstig is geschokt. Volgens vaste rechtspraak van het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch is een schorsing van de voorlopige hechtenis in zo’n geval slechts aan de orde als sprake is van bijzondere, zwaarwegende, de persoon van verdachte betreffende omstandigheden, op grond waarvan het belang dat de samenleving heeft bij voortzetting van de voorlopige hechtenis moet wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat van dergelijke omstandigheden sprake is. Gedurende de voorlopige hechtenis van verdachte is Oekraïne betrokken geraakt in een oorlogssituatie. Verdachte woont daar normaliter met zijn vrouw en hun drie minderjarige kinderen. Ook zijn ouders en zus wonen daar. Verdachte heeft naar voren gebracht dat zij door de oorlogssituatie plotseling in een gevaarlijke en onzekere situatie verkeren. Hij heeft de indringende wens om met name zijn vrouw en kinderen in veiligheid te brengen en vervolgens mee te helpen zijn land te verdedigen, zoals zijn vader en zus op dit moment doen. De grote zorgen van verdachte om het lot van zijn vrouw en minderjarige kinderen, die op dit moment verblijven in een gebied van Oekraïne waar actief oorlog gevoerd wordt, zijn naar het oordeel van de rechtbank bijzondere en zwaarwegende omstandigheden die een schorsing van de voorlopige hechtenis rechtvaardigen. Verder is voor de rechtbank van belang dat de voorlopige hechtenis van verdachte op dit moment al bijna zeven maanden duurt en dat er geen zicht is op een inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak op korte termijn.
De rechtbank komt, alles afwegende, tot de conclusie dat het persoonlijk belang van verdachte zwaarder weegt dan het strafvorderlijk belang. Het schorsingsverzoek wordt dan ook toegewezen.

Beslissing

De rechtbank:
schorst de voorlopige hechtenis met ingang van 30 maart 2022 te 11:00 uur, onder de volgende voorwaarden:
De verdachte zal zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis onttrekken, indien de opheffing van de schorsing mocht worden bevolen.
Indien de verdachte wegens het feit waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen tot een andere dan vervangende vrijheidsstraf mocht worden veroordeeld, zal de verdachte zich niet onttrekken aan de tenuitvoerlegging daarvan.
De verdachte zal zich niet aan een strafbaar feit schuldig maken.
Dit bevel is gegeven in raadkamer van deze rechtbank op 29 maart 2022 door:
mr. N. van der Ploeg-Hogervorst, voorzitter,
mr. H. Skalonjic en mr. A.B. Scheltema Beduin, rechters,
in tegenwoordigheid van I.A. Walhout, griffier.