4.17.Voor de situatie dat het voor de afnemer echter onmogelijk of uiterst moeilijk wordt om de omzetbelasting van de leverancier terug te vorderen, heeft het Hof van Justitie in de zaak Farkas het volgende overwogen:
“53. Het doeltreffendheidsbeginsel kan echter vereisen dat, indien de terugbetaling van de btw onmogelijk of uiterst moeilijk wordt, met name in geval van insolventie van de verkoper, de koper van het goed zijn vordering tot terugbetaling rechtstreeks tot de belastingdienst kan richten. De lidstaten moeten aldus voorzien in de middelen en procedures waarmee de koper de ten onrechte gefactureerde belasting kan terugvorderen, zodat aan het doeltreffendheidsbeginsel wordt voldaan (zie in die zin arrest van 15 maart 2007, Reemtsma Cigarettenfabriken, C-35/05, EU:C:2007:167, punt 41).
54. In het kader van het hoofdgeding zij erop gewezen dat uit het verzoek om een prejudiciële beslissing blijkt dat verkoper die de mobiele loods in het hoofdgeding heeft geleverd, in een faillissementsprocedure is verwikkeld, wat erop zou kunnen wijzen dat het onmogelijk of uiterst moeilijk is dat Farkas de terugbetaling verkrijgt van de btw die deze verkoper onterecht heeft gefactureerd. Voorts is, als gevolg van de beslissingen van de Hongaarse belastingdienst, geoordeeld dat Farkas die btw aan de schatkist was verschuldigd, terwijl hij deze aan de verkoper heeft betaald. Het staat aan de verwijzende rechter om na te gaan op Farkas over de mogelijkheid beschikt om van die verkoper de teruggaaf te verkrijgen van de onverschuldigde belasting.
55. Daar zij bovendien aan toegevoegd dat, volgens de aanwijzingen van de verwijzende rechter, er in de onderhavige zaak geen aanwijzingen van fraude zijn en dat de verkoper, opsteller van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde factuur, de btw aan de schatkist heeft betaald, zodat zij geen schade heeft geleden door het feit dat die factuur verkeerdelijk is opgesteld krachtens de gewone belasting in plaats van volgens de verleggingsregeling.
56. Voor zover de terugbetaling door de verkoper in het hoofdgeding aan Farkas, koper van het betrokken goed, van de onterecht gefactureerde btw onmogelijk of uiterst moeilijk wordt, met name in geval van insolvabiliteit van die verkoper, moet Farkas bijgevolg zijn vordering tot terugbetaling rechtstreeks tot de belastingdienst kunnen richten.
57. Gelet op wat voorafgaat, dient op de eerste vraag te worden geantwoord dat de bepalingen van richtlijn 2006/112 alsook de beginselen van fiscale neutraliteit, doeltreffendheid en evenredigheid aldus moeten worden uitgelegd dat zij er niet aan in de weg staan dat in een situatie als in het hoofdgeding aan de koper van een goed het recht wordt ontzegd om de btw af te trekken die hij onterecht aan de verkoper heeft betaald op basis van een factuur die is opgemaakt volgens de gewone btw-regeling, terwijl de relevante handeling onder de verleggingsregeling viel, wanneer de verkoper die belasting aan de schatkist heeft betaald. Voor zover de terugbetaling door de verkoper aan de koper van de onterecht gefactureerde btw onmogelijk of uiterst moeilijk wordt, met name in geval van insolvabiliteit van de verkoper, vereisen die beginselen echter dat de koper zijn vordering tot terugbetaling rechtstreeks tot de belastingdienst kan richten.”