ECLI:NL:RBZWB:2021:984

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 maart 2021
Publicatiedatum
5 maart 2021
Zaaknummer
AWB- 20_7392
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep inzake NOW-1 door niet tijdige betaling griffierecht

Op 4 maart 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiseres, vertegenwoordigd door een gemachtigde, en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van 25 juni 2020, waarin haar verzoek om een tegemoetkoming op basis van de tijdelijke noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW-1) was afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechtspersoon Your Results, die de eiseres vertegenwoordigde, was opgehouden te bestaan, wat door het UWV was meegedeeld met een uittreksel van het handelsregister. De rechtbank moest beoordelen of dit invloed had op de ontvankelijkheid van het beroep.

De rechtbank concludeerde dat, ondanks de uitschrijving van Your Results, deze nog als procespartij kon optreden. Echter, het griffierecht was niet binnen de gestelde termijn ontvangen, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank verwees naar de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Burgerlijk Wetboek (BW) die de verplichtingen omtrent griffierechten en de status van rechtspersonen bij ontbinding regelen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/7392 NOW

uitspraak van 4 maart 2021 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres/B.V.] ., te [plaatsnaam] , eiseres,

gemachtigde: [naam gemachtigde]
en

de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

namens deze de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV; kantoor Breda),

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 25 juni 2020 (bestreden besluit) van de minister inzake de afwijzing van zijn verzoek om een tegemoetkoming tijdelijke noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW-1).
Op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een zitting achterwege gebleven.

Overwegingen

1. Het UWV heeft meegedeeld dat Your Results als rechtspersoon is opgehouden te bestaan. Bij die mededeling heeft het UWV een kopie van een uittreksel van het handelsregister gevoegd. Uit dit uittreksel blijkt dat Your Results is uitgeschreven uit het handelsregister. De rechtbank ziet zich eerst voor de vraag gesteld welke betekenis hieraan moet worden gehecht.
Uit artikel 2:19, vierde en vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) volgt dat de rechtspersoon, indien hij op het tijdstip van ontbinding geen baten meer heeft, alsdan ophoudt te bestaan en, als er wel baten zijn, na ontbinding blijft voortbestaan voor zover dit tot vereffening van zijn vermogen nodig is. Het zesde lid van dat wetsartikel bepaalt voorts dat de rechtspersoon in geval van vereffening ophoudt te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt en dat de vereffenaar aan de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven, daarvan opgave doet.
Artikel 2:23b van het BW bepaalt nog dat de vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaar bekende baten meer aanwezig zijn. Ten slotte is van belang dat ingevolge artikel 2:23c van het BW de rechtbank de vereffening op verzoek van een belanghebbende kan heropenen indien na het tijdstip waarop de rechtspersoon is opgehouden te bestaan nog een schuldeiseres of gerechtigde tot het saldo opkomt of van het bestaan van een bate blijkt.
Gelet op de hiervoor genoemde bepalingen is de rechtbank van oordeel dat Your Results nog als procespartij kan optreden. De uitschrijving van de vennootschap kan dan ook niet tot de conclusie leiden dat het beroep niet-ontvankelijk is.
2. Vervolgens zal de rechtbank beoordelen of aan de overige eisen van de Awb voor het in behandeling nemen van het verzoek is voldaan.
In artikel 8:41, eerste lid, van de Awb is de verplichting opgenomen tot betaling van griffierecht. Met de aangetekende brief van 14 augustus 2020 is eiseres gewezen op deze verplichting.
Met de brief van 14 augustus 2020 is aan eiseres ook meegedeeld dat het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van deze brief dient te zijn overgemaakt op de in de brief vermelde bankrekening. Tevens is eiseres erop gewezen dat zij bij niet tijdige betaling het risico loopt dat het beroepschrift niet-ontvankelijk wordt verklaard.
3. De rechtbank constateert dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen. Het beroep is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.J.M. van Hees , griffier, op 4 maart 2020 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid deze uitspraak te ondertekenen.
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen en andere belanghebbenden verzet doen bij de rechtbank. De termijn voor het indienen van een verzetschrift bedraagt zes weken en vangt aan op de dag na de verzending van deze uitspraak.