Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 8 maart 2021 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
1. Feiten
2. Gronden
Daarnaast heeft eiseres aangevoerd dat het college ten aanzien van de opdrachtverstrekkingen aan [naam betrokkenen 1] niet heeft voldaan aan wat de rechtbank het college heeft opgedragen in de uitspraak van 4 februari 2020. Het is volgens eiseres onaannemelijk dat geen documenten aanwezig zijn die zien op de opdrachtverstrekkingen. Met het in beroep bestreden besluit heeft verweerder op geen enkele manier inzichtelijk gemaakt welke pogingen hij alsnog heeft genomen om de informatie binnen de organisatie alsnog boven water te krijgen.
Eiseres heeft de rechtbank daarnaast verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het EVRM.
3. Wettelijk kader
4. De besluitvorming
- E-mailberichten van 8 februari 2018 over een opdrachtverstrekking aan [naam betrokkenen 1] ;
- De offerte evaluatie integriteitsbeleid [naam betrokkenen 1] van 16 januari 2018;
- E-mailberichten van 9 maart 2018;
- De offerte aanvullend onderzoek integriteit [naam betrokkenen 1] van 9 maart 2018;
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen 6 weken nadat deze uitspraak kracht van gewijsde heeft gekregen een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 354,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1068,-.