ECLI:NL:RBZWB:2021:6894

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 april 2021
Publicatiedatum
2 februari 2022
Zaaknummer
02-255780-20
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mishandeling van buschauffeur en schadevergoeding aan benadeelde partijen

Op 26 april 2021 heeft de politierechter R.J.H. de Brouwer uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die op 12 oktober 2020 betrokken was bij de mishandeling van een buschauffeur. De verdachte is veroordeeld voor diefstal en mishandeling. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding van twee benadeelde partijen toegewezen. De eerste benadeelde partij, [Benadeelde partij 1], heeft recht op een schadevergoeding van 40,00 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 12 oktober 2020. De tweede benadeelde partij, [Benadeelde partij 2], heeft recht op een schadevergoeding van 3.876,02 euro, bestaande uit 1.376,02 euro materiële schade en 2.500,00 euro immateriële schade, eveneens te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 9 januari 2021. De verdachte is ook veroordeeld tot betaling van proceskosten aan beide benadeelde partijen. De rechtbank heeft een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, waarbij gijzeling kan worden toegepast bij gebreke van betaling. De verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht bevrijd voor zover hij aan zijn verplichtingen tot schadevergoeding heeft voldaan. De uitspraak is gedaan in het kader van de strafzaak met parketnummer 02-255780-20, waarbij de verdachte thans gedetineerd is.

Uitspraak

aantekening mondelingvonnis
LocatieBreda
Parketnummer: 02-255780-20
Volgnummer: 6
Uitspraak van de politierechter, R.J.H. de Brouwer, van maandag 26 april 2021, in de zaak tegen verdachte
[Verdachte] , geboren op [Geboortedag] 1977 te [Geboorteplaats]
adres [Adres]
thans gedetineerd te P.I. Nieuwegein, Postbus 1328, 3430 BH Nieuwegein UAH
Tegenspraak (art. 279 Sv)
KWALIFICATIE:
T.a.v. feit 1, feit 2: diefstal
T.a.v. feit 3: mishandeling
GEPLEEGD:
T.a.v. feit l, feit 2: 12 oktober 2020
T.a.v. feit 3: 9 oktober 2020
TOEGEPASTE ARTIKELEN:
36f, 57, 63, 300, 310 Wetboek van Strafrecht
BESLISSING:
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3:
Een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht
t.a.v. feit 2:
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [Benadeelde partij 1]
Wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [Benadeelde partij 1] , van een bedrag van 40,00 euro, bestaande uit materiële schade. De materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
Veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de proceskosten die de be11adeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
Schadevergoedingsmaatregel
Legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [Benadeelde partij 1] , van een bedrag van 40,00 euro, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 1 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Voormeld bedrag bestaat uit materiële schade. De materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
t.a.v. feit 3:
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [Benadeelde partij 2]
Wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [Benadeelde partij 2] , van een bedrag van 3.876,02 euro, bestaande uit 1.376,02 euro materiële schade en 2.500,00 euro immateriële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 09 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
Veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op 622,00, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
Schadevergoedingsmaatregel
Legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [Benadeelde partij 2] , van een bedrag van 3.876,02 euro, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van ma.ximaal 48 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Voormeld bedrag bestaat uit 1.376,02 euro materiële schade en 2.500,00 euro immateriële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 09 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
De politierechter,