ECLI:NL:RBZWB:2021:6644
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake buiten behandeling stelling aanvraag bijstandsverlening
Op 23 december 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, die om bijstand had verzocht, in beroep ging tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen. Dit college had op 5 oktober 2021 de aanvraag van verzoeker om bijstand buiten behandeling gesteld. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een andere beoordeling rechtvaardigen dan in eerdere procedures. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat verzoeker in eerdere procedures vrijstelling van griffierecht heeft gekregen en dat er geen bewijs is dat verzoeker op het moment van de aanvraag inkomen had. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek om voorlopige voorziening moet worden afgewezen, omdat er geen aanleiding is om anders te oordelen dan in de eerdere uitspraak van 5 augustus 2021, waarin het verzoek om voorlopige voorziening ook was afgewezen. De beslissing is genomen na een belangenafweging, waarbij is vastgesteld dat de uitvoering van het bestreden besluit geen onevenredig nadeel voor verzoeker met zich meebrengt. De voorzieningenrechter heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.