ECLI:NL:RBZWB:2021:6576
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake belastingaanslagen en inzage op stukken
Op 22 december 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, wonende te Hooge Zwaluwe, een voorlopige voorziening vroeg tegen de inspecteur van de Belastingdienst. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om de inspecteur op te dragen een hernieuwde zoekslag uit te voeren naar alle op de zaak betrekking hebbende stukken en om geen uitspraken op bezwaar te doen zolang er geen inzage in deze stukken had plaatsgevonden. Daarnaast vroeg verzoeker om de Staatssecretaris van Financiën en/of de directeur van de Belastingdienst Particulieren te betrekken in het geding en hen op te dragen om de werkinstructies en standaardteksten in de massaal bezwaarprocedure aan te passen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat aan de eis van connexiteit was voldaan, omdat verzoeker inmiddels beroep had ingesteld tegen de uitspraken op de bezwaren tegen de belastingaanslagen. Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van onverwijlde spoed. De verzoeken hielden in dat de voorzieningenrechter de inspecteur zou opdragen nog geen uitspraken op bezwaar te doen, maar deze vraag diende beantwoord te worden door de kamer die belast is met de behandeling van de hoofdzaken. De inspecteur had inmiddels uitspraak gedaan op de bezwaren van verzoeker, en deze uitspraken konden in een beroepsprocedure worden bestreden.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen en wees de verzoeken af. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd. Deze beslissing werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en is enkel ondertekend door de griffier, aangezien de voorzieningenrechter verhinderd was om te ondertekenen. Tegen deze beslissing staat geen hoger beroep open.