ECLI:NL:RBZWB:2021:6575
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake belastingaanslagen en inzage op stukken
Op 22 december 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, wonende te Hooge Zwaluwe, een voorlopige voorziening vroeg tegen de inspecteur van de Belastingdienst. Verzoeker had bezwaren ingediend tegen de aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor de jaren 2018 en 2019, die betrekking hadden op zijn ouders. Hij verzocht de voorzieningenrechter om de inspecteur op te dragen een hernieuwde zoekslag uit te voeren naar op de zaak betrekking hebbende stukken en om geen uitspraken op bezwaar te doen zolang er geen inzage was in deze stukken. Daarnaast vroeg verzoeker om de Staatssecretaris van Financiën en de directeur van de Belastingdienst te betrekken in het geding en hen op te dragen om werkinstructies aan te passen zodat bezwaren inhoudelijk beoordeeld konden worden.
De voorzieningenrechter oordeelde dat aan de voorwaarden voor het treffen van een voorlopige voorziening niet was voldaan. De eis van connexiteit was weliswaar aanwezig, omdat verzoeker beroep had ingesteld tegen de uitspraken op de bezwaren, maar de voorzieningenrechter zag geen onverwijlde spoed. De inspecteur had inmiddels uitspraak gedaan op de bezwaren van verzoeker, en deze uitspraken konden in een beroepsprocedure worden bestreden. De voorzieningenrechter concludeerde dat het niet onder zijn taak viel om de Staatssecretaris of de directeur van de Belastingdienst op te dragen om interne werkinstructies te wijzigen. Daarom werden de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen en werd er geen proceskostenveroordeling uitgesproken.
Deze beslissing is openbaar gemaakt op 22 december 2021 en is ondertekend door de griffier, aangezien de voorzieningenrechter verhinderd was om te ondertekenen. Tegen deze beslissing staat geen hoger beroep open.