ECLI:NL:RBZWB:2021:6441
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting
Op 17 december 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende, wonende te [plaats], had een beroepschrift ingediend tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk. In deze procedure was de belanghebbende griffierecht verschuldigd van € 49,00, waarvoor hij schriftelijk was geïnformeerd door de griffier. De griffier had de belanghebbende in een aangetekende brief van 10 september 2021 gewezen op de verplichting om het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van de brief over te maken. Volgens de gegevens van PostNL was de brief afgeleverd op het door de belanghebbende opgegeven adres.
Echter, uit de administratie van de rechtbank bleek dat het griffierecht niet was ontvangen. Hierdoor werd het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en werd openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van Rechtspraak.nl.
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.