Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 november 2021 met producties 1 tot en met 6;
- de brief met producties 1 tot en met 8 van de zijde van Gemeente Goes;
- de mondelinge behandeling op 2 december 2021;
- de pleitnota van [eiser];
- de pleitnota van de gemeente Goes.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
7 december 2021 in vrijheid wordt gesteld en hij, nu er geen huisvesting voor hem is geregeld, dakloos dreigt te raken. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft [eiser] daarmee een voldoende spoedeisend belang bij zijn vordering. Dat, volgens de stellingen van de gemeente Goes, de huisvesting van [eiser] niet is gelukt omdat hij naar Goes wil terugkeren en de gemeente Goes en de betrokken hulpinstanties in deze regio [eiser] niet meer willen helpen en dat [eiser] een beroep kan doen op de vangnetbepaling van de woningcorporatie, doet op zichzelf niet af aan het spoedeisend belang van [eiser].
4) Gemeenten hebben een inspanningsverplichting om ervoor zorg te dragen dat er voldoende woonvoorzieningen zijn voor – daarvoor geïndiceerde – (ex-)gedetineerde burgers.
5) Als er geen sprake is van huisvesting schrijft de gedetineerde zich zo snel mogelijk in als woningzoekende. Het inschrijven gaat o.a. via de woonruimteverdeelsystemen van woningcorporaties.