In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 december 2021 een beschikking gegeven in het kader van een verzoekschrift ex artikel 3:268 lid 2 BW. Het verzoek is ingediend door de vennootschap naar Belgisch recht, HEALTH INVEST N.V., gevestigd te Bornem, België, met als advocaten mr. J.W. Volkers en mr. E.W. Martens. De verweerder in deze zaak is de naamloze vennootschap HRC N.V., gevestigd te Terneuzen, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.M. de Jonge.
De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 6 mei 2021 is ingekomen. De mondelinge behandeling vond plaats op 24 juni 2021 en de zaak is voortgezet op 30 november 2021. Tijdens deze zitting zijn verschillende partijen verschenen, waaronder de advocaten van verzoekster en verweerder, alsook een notaris en een potentieel koper. Belanghebbenden die waren opgeroepen, zijn echter niet verschenen.
Het verzoek betreft de goedkeuring van een onderhands verkoop van een appartementsrecht dat de skibaan met horecagelegenheid en bijbehorende ruimtes omvat. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen bezwaar is geuit door belanghebbenden tegen de goedkeuring van de koopovereenkomst. Daarom heeft de rechter het verzoek toegewezen en bepaald dat de verkoop onderhands zal plaatsvinden, overeenkomstig de goedgekeurde koopovereenkomst. Tevens is de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en zijn overige verzoeken afgewezen.