ECLI:NL:RBZWB:2021:6254
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 6 december 2021, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen het niet tijdig beslissen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) op haar bezwaar. Eiseres had eerder een uitspraak van de rechtbank van 19 april 2021 ontvangen, waarin het UWV werd opgedragen opnieuw te beslissen op haar bezwaar. Eiseres stelt dat het UWV dit niet tijdig heeft gedaan, wat haar aanleiding geeft om beroep in te stellen.
De rechtbank oordeelt dat het niet nodig is om partijen uit te nodigen voor een zitting, omdat dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet vereist is. De rechtbank legt uit dat als een bestuursorgaan niet tijdig beslist, de betrokkene een ingebrekestelling moet indienen. Eiseres heeft dit gedaan op 9 augustus 2021, maar de rechtbank constateert dat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard.
Daarnaast heeft eiseres verzocht om de vaststelling van een dwangsom, maar omdat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard, kan de rechtbank hier niet op ingaan. Eiseres heeft ook om schadevergoeding gevraagd, maar dit verzoek moet door het UWV worden behandeld bij de nog te nemen beslissing op bezwaar. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.