Op 6 december 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 8 januari 2019 in Roosendaal openlijk geweld heeft gepleegd tegen een buschauffeur. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. F.W.M. Hopmans, was niet verschenen op de zitting van 22 november 2021, waar de officier van justitie mr. C. van Buul het standpunt naar voren bracht dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen was. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte een significante en wezenlijke bijdrage had geleverd aan het geweld. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte samen met anderen het slachtoffer had vastgepakt, geduwd, geschopt en geslagen.
De rechtbank overwoog dat de verdachte, ondanks zijn ontkenning van betrokkenheid, door zijn gewelddadige handelingen de situatie had verergerd. De rechtbank legde een taakstraf op van 60 uur, met aftrek van het voorarrest, en verklaarde de verdachte strafbaar. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste voor materiële en immateriële schade, deels toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte hoofdelijk aansprakelijk was voor de schade en legde een schadevergoedingsmaatregel op. De uitspraak benadrukt de ernst van openlijke geweldpleging en de gevolgen voor slachtoffers.