ECLI:NL:RBZWB:2021:6044
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen naheffingsaanslagen parkeerbelasting
Op 26 november 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende naheffingsaanslagen parkeerbelasting. De belanghebbende, wonende te [woonplaats], heeft gereageerd op een uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda. Deze reactie werd door de heffingsambtenaar aangemerkt als een beroepschrift en doorgezonden naar de rechtbank, die bevoegd is om het beroep te behandelen. Voor het indienen van het beroep was belanghebbende een griffierecht van € 49,00 verschuldigd. De griffier heeft belanghebbende hierover schriftelijk geïnformeerd en in een aangetekende brief van 16 september 2021 gewezen op de noodzaak om het griffierecht binnen vier weken over te maken.
Volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief door belanghebbende afgehaald, maar uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. Hierdoor zijn de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.