ECLI:NL:RBZWB:2021:6038

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 november 2021
Publicatiedatum
26 november 2021
Zaaknummer
BRE-21_3432
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting wegens niet-betaling griffierecht

Op 26 november 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de niet-ontvankelijkheid van een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende had een beroepschrift ingediend tegen de naheffingsaanslag, maar had het verschuldigde griffierecht van € 49,00 niet betaald. De griffier had de belanghebbende schriftelijk geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht en had in een aangetekende brief van 10 september 2021 gewezen op de mogelijkheid van niet-ontvankelijkverklaring indien het griffierecht niet tijdig zou worden overgemaakt. De rechtbank constateerde dat het griffierecht niet was ontvangen, ondanks dat de brief volgens Track&Trace was afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Hierdoor was het beroep kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak werd gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van Rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 21/3432
uitspraak van 26 november 2021
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende], wonende te [woonplaats],
belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg,
de heffingsambtenaar.

1.Motivering

Belanghebbende heeft een beroepschrift ingediend betreffende de naheffingsaanslag parkeerbelasting met aanslagnummer [aanslagnummer]. Hiervoor is belanghebbende griffierecht verschuldigd van € 49,00. De griffier heeft belanghebbende daarover schriftelijk geïnformeerd.
De griffier heeft belanghebbende in een aangetekende brief van 10 september 2021 nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht. De brief vermeldt dat niet-ontvankelijkverklaring kan volgen, indien het griffierecht niet binnen vier weken na dagtekening van de brief is overgemaakt op de in de brief vermelde bankrekening. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres.
Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb.
Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

2.Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 26 november 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank (artikel 8:55 Awb). De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.