ECLI:NL:RBZWB:2021:6037
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepschrift inzake aanslagen omzetbelasting door niet-betaling griffierecht
Op 26 november 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting [belanghebbende] en de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft een beroepschrift dat door de belanghebbende is ingediend tegen aanslagen omzetbelasting met de aanslagnummers [aanslagnummer 1] en [aanslagnummer 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende een griffierecht van € 360,00 verschuldigd was, waarvoor zij schriftelijk is geïnformeerd door de griffier. Ondanks een aangetekende herinnering van 6 september 2021, waarin werd gewezen op de mogelijkheid van niet-ontvankelijkverklaring bij niet-betaling, is het griffierecht niet ontvangen door de rechtbank. Hierdoor zijn de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.