ECLI:NL:RBZWB:2021:559
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Verlening omgevingsvergunning voor de bouw van 43 woningen en verzoek om voorlopige voorziening
Op 22 januari 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoeker, die bezwaar had gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg, vroeg om een voorlopige voorziening met betrekking tot de verleende omgevingsvergunning voor het realiseren van 43 woningen. De omgevingsvergunning was verleend op 24 juli 2020, maar de verzoeker stelde dat de vergunning in strijd was met het bestemmingsplan en dat er negatieve hydrologische gevolgen zouden zijn voor zijn perceel. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herhaald verzoek om voorlopige voorziening rechtvaardigden. De voorzieningenrechter merkte op dat de bouwwerkzaamheden al waren gestart en dat de verzoeker eerder een vergelijkend verzoek had ingediend, dat was afgewezen. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om voorlopige voorziening moest worden afgewezen, omdat de verzoeker niet had aangetoond dat de omgevingsvergunning zou leiden tot negatieve gevolgen voor zijn perceel. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.