ECLI:NL:RBZWB:2021:5339
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting en onbevoegdheid rechtbank voor ambtshalve beslissing
Op 22 oktober 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de niet-ontvankelijkheid van een bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende had op 16 december 2020 bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer], die op 21 september 2020 was uitgereikt. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de bezwaartermijn en besloot de naheffingsaanslag niet ambtshalve te verminderen. De rechtbank oordeelde dat het bezwaarschrift niet tijdig was ingediend, aangezien de wettelijke termijn van zes weken op 2 november 2020 eindigde en het bezwaarschrift pas op 16 december 2020 was ontvangen. De rechtbank concludeerde dat er geen redenen waren aangevoerd die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten, waardoor de niet-ontvankelijkverklaring terecht was.
Daarnaast verklaarde de rechtbank zich onbevoegd voor zover het beroep was gericht tegen de ambtshalve beslissing van de heffingsambtenaar, aangezien deze beslissing niet vatbaar is voor bezwaar en beroep. De rechtbank kwam niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van deze beslissing. De uitspraak werd gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, en werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.