Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Overwegingen
3.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de vastgestelde waarde tot € 401.000;
- vermindert de aanslagen onroerende zaakbelasting en watersysteemheffing 2019 dienovereenkomstig;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 375;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 799;
- veroordeelt de Minister in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 799;
- gelast dat de heffingsambtenaar de helft van het door belanghebbende betaalde griffierecht aan hem vergoedt, zijnde € 23,50;
- gelast dat de Minister de helft van het door belanghebbende betaalde griffierecht aan hem vergoedt, zijnde € 23,50.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Kamerstukken II 1993/94, 22 885, nr. 36, blz. 44).