9.De beslissing
-
spreekt verdachte vrijvan het onder feit 2 primair tenlastegelegde feit;
- verklaart het primair tenlastegelegde feit 1 en het subsidiair tenlastegelegde feit 2 bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4. is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair:poging doodslag;
feit 2 subsidiair:bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- bepaalt dat de voorwaardelijke straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte tijdens de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen drie dagen na het uitzitten van zijn onvoorwaardelijke straf zal melden bij Reclassering Nederland, op het adres Langendijk 34 te Breda. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte diagnostisch onderzoek laat doen en zich laat behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Benadeelde partij [naam 1]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 1] van
€ 2.670,07, waarvan € 95,07 ter zake van materiële schade en € 2.575,00 ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, berekend vanaf 5 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam 1] , € 2.670,07 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente, berekend vanaf
5 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
53dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Benadeelde partij [naam 2]
- wijst af de vordering van de benadeelde partij [naam 2] ;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.A.S.E. Maandag, voorzitter, mr. J.C.A.M. Los en
mr. S.W.M. Speekenbrink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.C.M. de Haas, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 8 oktober 2021.
De voorzitter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.