ECLI:NL:RBZWB:2021:5090
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroepschrift inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting 2017
Op 8 oktober 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij belanghebbende een beroepschrift had ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst. Het ging om een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2017. De uitspraak op bezwaar was gedateerd op 29 januari 2021, en de wettelijke termijn voor het indienen van een beroepschrift eindigde op 12 maart 2021. Het beroepschrift werd echter pas op 22 maart 2021 digitaal bij de rechtbank ontvangen, wat betekent dat het niet-tijdig was ingediend.
De rechtbank benadrukte dat de beroepstermijn van openbare orde is, wat inhoudt dat bij een termijnoverschrijding een niet-ontvankelijkverklaring moet volgen, tenzij er sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding. De griffier had belanghebbende de gelegenheid gegeven om te reageren op de termijnoverschrijding, maar belanghebbende heeft niet gereageerd. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was.
Gelet op de artikelen 6:7 tot en met 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) verklaarde de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter S.A.J. Bastiaansen, in aanwezigheid van griffier N. Plasman, en werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.