ECLI:NL:RBZWB:2021:5087
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2018
Op 8 oktober 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij de belanghebbende, wonende te [woonplaats], een beroepschrift had ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst met betrekking tot de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2018. Het beroepschrift voldeed echter niet aan de wettelijke vereisten zoals gesteld in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er was geen schriftelijke machtiging overgelegd, en het beroepschrift was niet mede-ondertekend door de belastingplichtige. Bovendien ontbraken de motiverende gronden in het beroepschrift.
De griffier heeft de gemachtigde van de belanghebbende meerdere keren de kans gegeven om de verzuimen te herstellen, met een laatste termijn van vier weken na een aangetekende brief van 16 juli 2021. Ondanks deze waarschuwingen heeft de gemachtigde de verzuimen niet hersteld. De rechtbank heeft op basis van artikel 6:6 van de Awb besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, omdat de noodzakelijke documenten en motivering ontbraken.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend bij de rechtbank, waarbij de indiener kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.