ECLI:NL:RBZWB:2021:5076
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering na beëindiging ZW-uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid
Op 7 oktober 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R.J. Hoogeveen, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had een WIA-uitkering aangevraagd, maar het UWV weigerde deze met ingang van 22 januari 2020, omdat zij volgens het UWV niet voldeed aan de voorwaarde van 104 weken arbeidsongeschiktheid. Eiseres had eerder een ZW-uitkering ontvangen, maar deze was beëindigd na een eerstejaars beoordeling in 2017, waaruit bleek dat zij meer dan 65% van haar loon kon verdienen. Eiseres stelde dat het medische onderzoek onzorgvuldig was en dat haar psychische klachten niet goed waren meegenomen in de beoordeling. De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had geconcludeerd dat eiseres de wachttijd van 104 weken niet had volbracht en dat er geen aanleiding was om een onafhankelijke deskundige te benoemen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen reden voor een proceskostenveroordeling.