ECLI:NL:RBZWB:2021:4987
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding in belastingzaak met betrekking tot loonheffingen
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek van de belanghebbende, wonende in Zwitserland, om de inspecteur van de Belastingdienst te veroordelen in de proceskosten. Dit verzoek was gebaseerd op artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en had betrekking op de intrekking van een beroep tegen de inhouding van loonheffingen door Achmea Pensioen en levensverzekeringen N.V. over de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 januari 2021. De belanghebbende verzocht om een vergoeding van € 21 voor proceskosten, naast het griffierecht dat hij had betaald, zijnde € 49.
De inspecteur heeft ingestemd met de vergoeding van de proceskosten van € 21, maar de rechtbank kon niet ingaan op de vergoeding van het griffierecht, omdat de wet dit niet toestaat in deze procedure. De rechtbank heeft geoordeeld dat de inspecteur het griffierecht uit zichzelf moet vergoeden, zoals vermeld in artikel 8:41, zevende lid, van de Awb. De rechtbank heeft vervolgens de inspecteur veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de belanghebbende, maar niet tot vergoeding van het griffierecht.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.