ECLI:NL:RBZWB:2021:4985

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 oktober 2021
Publicatiedatum
1 oktober 2021
Zaaknummer
BRE-21_663
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om proceskostenvergoeding in belastingzaak over aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen

Op 8 oktober 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke zaak, waarin belanghebbende verzocht om een vergoeding van proceskosten. Dit verzoek was ingediend op grond van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het kader van de intrekking van beroepen betreffende aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2018. De aanslagen hadden de nummers [aanslagnummer]H.86.01. en [aanslagnummer]W.86.01.4., en er was ook een boete opgelegd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat belanghebbende geen kosten heeft aangegeven en dat uit de stukken niet blijkt dat er sprake is van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Hierdoor zag de rechtbank geen aanleiding om de inspecteur van de Belastingdienst te veroordelen tot het vergoeden van de proceskosten. Belanghebbende had wel € 48,00 aan griffierecht betaald, maar de wet biedt geen mogelijkheid om in deze procedure de inspecteur te veroordelen tot vergoeding van dit griffierecht. De rechtbank merkte op dat de inspecteur dit echter uit zichzelf moet doen, zoals vermeld in artikel 8:41, zevende lid, van de Awb.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van Rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummers BRE 21/663 en 21/664
uitspraak van 8 oktober 2021
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:75a in verbinding met artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gedingen tussen

[belanghebbende], wonende te [woonplaats],

belanghebbende,
en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

Betreft

Het verzoek van belanghebbende op grond van artikel 8:75a van de Awb om de inspecteur te veroordelen in de proceskosten.

Motivering

Belanghebbende heeft verzocht om een vergoeding van proceskosten in verband met de intrekking van de beroepen betreffende de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet over het jaar 2018 met aanslagnummers [aanslagnummer]H.86.01. en [aanslagnummer]W.86.01.4. en de bij beschikking opgelegde boete.
Belanghebbende heeft echter geen kosten aangegeven en uit de stukken is ook niet gebleken dat er sprake is van beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om de verweerder te veroordelen in het vergoeden van proceskosten.
Belanghebbende heeft € 48,00 aan griffierecht betaald. De wet biedt niet de mogelijkheid om in deze procedure de inspecteur te veroordelen tot het vergoeden van griffierecht. De inspecteur moet dat echter wel uit zichzelf doen (artikel 8:41, zevende lid, van de Awb).

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 8 oktober 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank (artikel 8:55 Awb). De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.