ECLI:NL:RBZWB:2021:4984
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepschrift inzake naheffingsaanslagen loonheffingen en boete
Op 8 oktober 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij belanghebbende een beroepschrift had ingediend tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft naheffingsaanslagen loonheffingen, bijdrage Zorgverzekeringswet en premies werknemersverzekeringen over de jaren 2016 en 2017, alsook over de tijdvakken van 1 januari 2018 tot en met 12 augustus 2018 en 31 juli 2018 tot en met 31 december 2018. De uitspraken op bezwaar zijn gedateerd op 28 april 2021, en de wettelijke termijn voor het indienen van een beroepschrift eindigde op 9 juni 2021. Het beroepschrift, met dagtekening 8 juni 2021, werd echter pas op 15 juni 2021 ontvangen, wat betekent dat het te laat was ingediend. De rechtbank oordeelde dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend, omdat het niet aannemelijk was dat het voor het einde van de termijn ter post was bezorgd. De rechtbank benadrukte dat de beroepstermijn van openbare orde is en dat bij termijnoverschrijding een niet-ontvankelijkverklaring volgt, tenzij er sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding. Aangezien belanghebbende geen redenen had aangevoerd voor de overschrijding, verklaarde de rechtbank de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, in aanwezigheid van griffier N. Plasman, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.