ECLI:NL:RBZWB:2021:4975
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
Op 5 oktober 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, wonende te [woonplaats], in beroep ging tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2018. De zaak is gestart na een brief van belanghebbende aan de Belastingdienst op 14 april 2021, waarin hij reageerde op een uitspraak op bezwaar. De inspecteur van de Belastingdienst heeft deze brief als beroepschrift aangemerkt en doorgestuurd naar de rechtbank.
Belanghebbende was griffierecht verschuldigd van € 49,00, maar heeft dit niet tijdig voldaan. De griffier heeft belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, onder andere via een aangetekende brief op 20 juni 2021. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet ontvangen door de rechtbank. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft in haar beslissing geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.