ECLI:NL:RBZWB:2021:4814
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen aanslag forensenbelasting en bevoegdheid rechtbank
In deze zaak heeft de belanghebbende, wonende in de Bondsrepubliek Duitsland, bezwaar gemaakt tegen de aanslag forensenbelasting voor het jaar 2019. De aanslag, met dagtekening 15 juli 2020, leidde tot een niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar door de heffingsambtenaar van de gemeente Schouwen-Duiveland, omdat het bezwaar te laat was ingediend. De wettelijke termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken, en deze termijn eindigde op 26 augustus 2020. Het bezwaarschrift werd pas op 14 september 2020 ontvangen, wat resulteerde in een overschrijding van de termijn. De rechtbank oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, aangezien de belanghebbende geen redenen heeft aangevoerd die dit zouden kunnen rechtvaardigen. Hierdoor is het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard, en het beroep van de belanghebbende is in dit opzicht kennelijk ongegrond.
Daarnaast heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om te oordelen over de beslissing van de heffingsambtenaar om de aanslag niet ambtshalve te verminderen. De rechtbank legt uit dat een rechtsgang bij de belastingrechter alleen openstaat voor voor bezwaar vatbare beschikkingen. De afwijzing van een verzoek om ambtshalve vermindering valt hier niet onder, waardoor de rechtbank in dit geval niet bevoegd is om hierover te oordelen. De rechtbank heeft de beslissing genomen om het beroep tegen de uitspraak op bezwaar ongegrond te verklaren en zich onbevoegd te verklaren voor zover het beroep betrekking heeft op de ambtshalve beslissing.