ECLI:NL:RBZWB:2021:4791
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag gemeentelijke belastingen en aanmaningskosten
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de invorderingsambtenaar van de gemeente Tilburg. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanmaningskosten die in rekening waren gebracht na het niet tijdig betalen van de gemeentelijke belastingen voor het jaar 2020. De heffingsambtenaar had de aanslag gemeentelijke belastingen op 29 februari 2020 opgelegd en een aanmaning verzonden op 30 juli 2020, waarin € 17 aan aanmaningskosten in rekening werd gebracht. De belanghebbende stelde dat zij pas bekend was met de aanslag op het moment dat zij de aanmaning ontving en dat zij geen e-mailnotificatie had ontvangen over de aanslag die digitaal was verzonden naar haar Berichtenbox op MijnOverheid.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de aanslag rechtsgeldig was bekendgemaakt via de Berichtenbox, aangezien de belanghebbende had gekozen voor digitale ontvangst van berichten. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar niet verplicht was om een hoorzitting te organiseren, omdat de belanghebbende in haar bezwaarschrift geen verzoek daartoe had gedaan. Ook werd de ondertekening van de uitspraak op bezwaar als rechtsgeldig beschouwd. De rechtbank concludeerde dat de aanmaningskosten terecht in rekening waren gebracht, omdat de belanghebbende niet had aangetoond dat zij niet in staat was om het bedrag te betalen. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.