Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[bedrijf], gevestigd te [vestigingsplaats] ,
de inspecteur van de Belastingdienst,
“Retour, want géén contract met de levende mens.!!”
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 24 september 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken met de nummers BRE 20/8637 en 20/8638. De zaak betreft een beroepschrift dat is ingediend door de gesteld gemachtigde namens de belastingplichtige, [bedrijf], tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gesteld gemachtigde het griffierecht van € 354,00 niet heeft betaald, ondanks herhaalde aanmaningen van de griffier. De griffier heeft de gesteld gemachtigde op 3 juni 2021 en opnieuw op 15 juni 2021 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht, maar beide brieven zijn retour ontvangen met de aantekening "Retour, want géén contract met de levende mens.!!".
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geoordeeld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, omdat het griffierecht niet is ontvangen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.