ECLI:NL:RBZWB:2021:4701
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K. Verschueren MSc.
- Rechtspraak.nl
Weigering van Verklaring Omtrent het Gedrag voor ambulancechauffeur wegens strafbare feiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) aan een eiser die had gesolliciteerd naar de functie van ambulancechauffeur. De eiser had op 21 april 2020 een VOG aangevraagd, maar deze was door de Minister voor Rechtsbescherming geweigerd op basis van relevante justitiële gegevens die waren geregistreerd in het Justitieel Documentatie Systeem (JDS). De eiser was in 2015 veroordeeld voor vier gevallen van bezit en/of verspreiding van kinderpornografie, wat door de verweerder als een belemmering werd gezien voor de uitoefening van de functie als ambulancechauffeur.
De rechtbank heeft het procesverloop uiteengezet, waarbij de eiser zijn bezwaren tegen de weigering van de VOG naar voren bracht. De eiser betoogde dat er geen verband was tussen zijn veroordeling en de functie van ambulancechauffeur, en dat hij nooit alleen met patiënten zou zijn. De verweerder daarentegen stelde dat de aard van de functie en de mogelijkheid van contact met kwetsbare personen, zoals minderjarigen, een risico voor de samenleving met zich meebrachten. De rechtbank oordeelde dat de verweerder zich in redelijkheid op het standpunt kon stellen dat de weigering van de VOG gerechtvaardigd was, gezien de ernst van de strafbare feiten en de functie-eisen.
De rechtbank concludeerde dat de belangen van de eiser niet zwaarder wogen dan de belangen van de samenleving bij bescherming tegen de risico's die voortvloeien uit de strafbare feiten. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.