ECLI:NL:RBZWB:2021:4624
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten eigen bijdrage rechtsbijstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door eiseres. Eiseres had op 9 september 2019 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van een eigen bijdrage van € 145,00, die verband hield met een op 19 april 2019 verleende toevoeging voor rechtsbijstand. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk heeft de aanvraag afgewezen, omdat deze te laat was ingediend volgens de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Oisterwijk 2017. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 8 juli 2021 is gebleken dat eiseres sinds 3 september 2019 algemene bijstand ontvangt en dat haar aanvraag voor bijzondere bijstand te laat was ingediend. Eiseres voerde aan dat er bijzondere omstandigheden waren die haar in staat hadden moeten stellen om eerder een aanvraag in te dienen, met name de sluiting van haar woning op last van de burgemeester. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet tijdig een aanvraag had ingediend en dat de afwijzing van de aanvraag door het college terecht was. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet voldaan had aan de termijn van één maand na de kosten voor de eigen bijdrage, zoals voorgeschreven in de Beleidsregels.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.