Op 14 september 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over een omgevingsvergunning voor het uitbreiden van een woning. Verzoeker, die woont op het naastgelegen perceel, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kapelle, dat op 7 juli 2021 een omgevingsvergunning had verleend aan vergunninghoudster voor de uitbreiding van haar woning. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij meent dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan en redelijke eisen van welstand. Tijdens de zitting op 31 augustus 2021 waren zowel verzoeker als zijn gemachtigde aanwezig, evenals vertegenwoordigers van het college en de vergunninghoudster.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de aanvraag om omgevingsvergunning is getoetst aan de relevante wet- en regelgeving, waaronder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het bestemmingsplan ‘Kapelle Wemeldinge’. Verzoeker heeft aangevoerd dat het bouwplan leidt tot een aantasting van zijn woon- en leefklimaat, onder andere door inbreuk op privacy en geluidsoverlast. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het college de vergunning terecht heeft verleend, omdat het bouwplan voldoet aan de eisen van het bestemmingsplan en de welstandscriteria. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen en heeft het beroep van verzoeker ongegrond verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van de toetsing aan het bestemmingsplan en de rol van de welstandscommissie in het vergunningverleningsproces. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat de bezwaren van verzoeker niet voldoende zijn om de vergunning te weigeren, aangezien de weigeringsgronden van de Wabo zich niet voordoen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.