Bestemmingsplan “Gemengd gebied”
Op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan “Gemengd gebied” heeft het perceel de enkelbestemming “Gemengd”.
Artikel 6.1 van de planregels bepaalt, voor zover hier van belang, dat de voor “Gemengd” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wonen in de hoofdmassa en de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, waarbij per bouwperceel maximaal 1 (bedrijfs)woning is toegelaten, met dien verstande dat: 1. indien in de bestaande situatie sprake is van meer dan 1 woning op een bouwperceel, maximaal het bestaande aantal woningen is toegelaten;
2. de woning (deels) in de gevellijn is gelegen, tenzij de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - woning op achterperceel' van toepassing is in welk geval de woning op maximaal de bestaande afstand tot de gevellijn mag zijn gelegen;
3. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het aantal woningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hoofdgebouwen uitgesloten' of 'specifieke vorm van gemengd - achterperceel' geen woning is toegestaan, tenzij de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - woning op achterperceel' eveneens van toepassing is;
5. waar onder 1 tot en met 4 woning staat dit tevens geldt voor een bedrijfswoning;
b. beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten bij een (bedrijfs)woning, op een maximum van 50 m2 brutovloeroppervlak van de hoofdmassa of bijbehorend bouwwerk per (bedrijfs)woning, met in achtneming van lid 6.5.2;
c. garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garagebox';
met dien verstande dat bestaande kamerbewoning, bed & breakfast en bedrijf en beroep-aan-huis is toegestaan in de toegelaten aard en omvang.
(..)
Op grond van artikel 1.126 van de planregels wordt onder een woning verstaan:
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 6.6.4 van de planregels bepaalt dat bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.1 onder a voor het gebruik van een woning voor huisvesting van personen die geen huishouden vormen, mits:
a. de activiteiten (deels) in de gevellijn uitgeoefend worden;
b. voldaan wordt aan de voorwaarden van lid 6.6.1;
c. voldaan wordt aan de voorwaarden die zijn neergelegd in gemeentelijke 'Beleidsregels huisvesting arbeidsmigranten, vergunninghoudende vluchtelingen en overige personen die geen huishouden vormen gemeente Waalwijk'. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.
Artikel 6.6.1 van de planregels bepaalt dat in lid 6.6 waar relevant wordt verwezen naar één of meerdere van de volgende voorwaarden, waarbij door het beoogde gebruik:
a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
b. geen onaanvaardbare situatie ontstaat met betrekking tot milieuhygiënische kwaliteit, waterhuishouding en externe veiligheid;
c. geen nadelige beïnvloeding ontstaat van de normale afwikkeling van het verkeer en de feitelijke verkeerssituatie;
d. voldaan wordt aan artikel Artikel 26 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
e. geen onevenredige afbreuk mag worden gedaan aan het karakter van de omgeving;
f. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - dorpslint' en overige zone - landelijk lint' dient op percelen grenzend aan de bestemming 'Agrarisch' of 'Natuur', bij ontwikkelingen aan de achterzijde sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing middels een erfinrichtingsplan (o.a. een beplantingsplan);
g. bij een combinatie van activiteiten:
1. de totale oppervlakte beperkt blijft tot de maximale maat van de activiteit welke de meeste ruimte in beslag mag nemen;
2. per toegestane activiteit de daarvoor toegestane maximale oppervlakte niet wordt overschreden.
Artikel 27.2, onder a, van de planregels bepaalt dat het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Beleidsregels huisvesting arbeidsmigranten, vergunninghoudende vluchtelingen en overige personen die geen huishouden vormen gemeente Waalwijk
Beleidsregels 2e wijziging
Paragraaf 1 – Algemeen
Artikel 2 – vormen van huisvesting
Er zijn drie vormen van huisvesting:
Huisvestingscategorie 1: Huisvesting van maximaal 5 personen (individuen).
Huisvestingscategorie 2: Geclusterde huisvesting van maximaal 30 personen.
Huisvestingscategorie 3: Tijdelijke huisvesting. Huisvesting van 30-400 personen.
Paragraaf 2 – Huisvestingscategorie 1
Artikel 7 – huisvesting en leefklimaat
1. Huisvesting van categorie 1 vindt plaats in een rustige woonwijk of een gemengd gebied.
Paragraaf 3 – Huisvestingscategorie 2
Artikel 8 – huisvesting
Huisvesting van categorie 2 vindt plaats in een gemengd gebied. Huisvesting van categorie 2 wordt enkel toegestaan in een rustige woonwijk indien er sprake is van geheel vrijstaand hoofdgebouw, waarbij de huisvesting in het vrijstaande hoofdgebouw plaatsvindt en indien de gehele parkeerbehoefte op het eigen terrein wordt gerealiseerd. De regels uit artikel 5 zijn daarbij tevens van toepassing.
Voor zover geclusterde huisvesting plaatsvindt in zelfstandige wooneenheden dienen deze eenheden georiënteerd te zijn op de openbare weg.
Een aanvraag voor een huisvesting van categorie 2 wordt in ieder geval geweigerd indien naar het oordeel van het college één of meerdere van de volgende aspecten in onevenredige mate worden aangetast of belemmerd:
- de gebruiksmogelijkheden van omliggende functies;
- de kwaliteit van het landschap;
- verkeersontsluiting en parkeersituatie;
- milieuhygiënische kwaliteit, waterhuishouding en externe veiligheid.
Beleidsregels 3e wijziging
Paragraaf 3 – Huisvestingscategorie 2
Artikel 8 – Huisvesting
1. Huisvesting van categorie 2 van 6 tot en met 10 personen is toegestaan, mits:
a. De betreffende locatie gelegen is in een gemengd gebied;
b. De betreffende locatie géén onderdeel uitmaakt van een gebouw waarin meerdere zelfstandige wooneenheden zijn gesitueerd die middels een trappenhuis of galerij ontsloten worden;
c. Het gebouw waarvoor de vergunning wordt aangevraagd vrijstaand is, indien één of meer van de direct aangrenzende bestemmingen “Wonen” is dan wel de bestemming “Gemengd” zonder verdere functieaanduidingen;
d. Er per toekomstige bewoner minimaal 1m2 privé-buitenruimte aanwezig is. Het aantal personen dat wordt aangevraagd in de vergunning is bepalend voor de totaal benodigde oppervlakte aan privé-buiten ruimte;
e. De wooneenheden georiënteerd zijn op de openbare weg indien sprake is van huisvesting in zelfstandige wooneenheden;
2. Huisvesting van categorie 2 van 11 tot en met 30 personen is niet toegestaan,
a. De betreffende locatie gelegen is in een gemengd gebied;
b. De betreffende locatie géén onderdeel uitmaakt van een gebouw waarin meerdere zelfstandige woningen zijn gesitueerd die middels een trappenhuis of galerij ontsloten worden;
c. Er geen sprake is van direct aaneen gebouwde gebouwen, daar waar de locatie waarvoor een vergunning wordt aangevraagd gelegen is naast een gebouw met de bestemming “Wonen” dan wel een bestemming “Gemengd” zonder verdere functieaanduidingen;
d. De wooneenheden georiënteerd zijn op de Openbare weg indien sprake is van huisvesting in zelfstandige wooneenheden;
e. Er per toekomstige bewoner minimaal 1 m2 privé-buitenruimte aanwezig is. Het aantal personen dat wordt aangevraagd in de vergunning is bepalend voor de totaal benodigde oppervlakte aan privé-buitenruimte;
f. Uit de aanvraag blijkt dat er, naar het oordeel van het college, sprake zal zijn van een goede ruimtelijke ordening, waarbij in de beoordeling door het college in ieder geval aandacht besteed zal worden aan:
i. De huidige situatie en in het bijzonder de functies die op dit moment in de omgeving van de betreffende locatie aanwezig zijn en de impact van deze bestaande functies op het woon- en leefklimaat van de bestaande omgeving van de betreffende locatie;
ii. De impact die de beoogde kamerverhuur heeft op de bestaande functies en op het woon- en leefklimaat in de omgeving;
iii. de impact van bestaande functies op het woon- en leefklimaat van de beoogde kamerverhuur.
3. Een aanvraag voor een huisvesting van categorie 2 wordt in ieder geval geweigerd indien naar het oordeel van het college één of meerdere van de volgende aspecten in onevenredige mate worden aangetast of belemmerd:
- Het woon- en leefklimaat van de locatie waarop de aanvraag betrekking heeft en/of het woon- en leefklimaat van de omgeving;
- De gebruiksmogelijkheden van omliggende functies;
- De kwaliteit van het landschap;
- De stedenbouwkundige structuur;
- Verkeersontsluiting en parkeersituatie;
- Milieuhygiënische kwaliteit, waterhuishouding en externe veiligheid.
Paragraaf 5 - Slotbepaling
Artikel 12 - Overgangsrecht
Aanvragen om omgevingsvergunningen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van
deze beleidsregels, en waar nog niet op is beslist, worden afgehandeld op basis van de
beleidsregels “Huisvesting arbeidsmigranten, vergunninghoudende vluchtelingen en
overige personen die geen huishouden vormen gemeente Waalwijk - 2e wijziging”.
Aanvragen om omgevingsvergunningen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van
deze beleidsregels, en waar na heroverweging in bezwaar op dient te worden beslist,
worden afgehandeld op basis van de beleidsregels ‘Huisvesting arbeidsmigranten,
vergunninghoudende vluchtelingen en overige personen die geen huishouden vormen
gemeente Waalwijk - 2 wijziging”.
Beleidsregels 4e wijziging
Paragraaf 1 – Algemeen
(..)
Artikel 4 – Ongewenste huisvestingsvormen
Voor de volgende huisvestingsvormen wordt in ieder geval geen vergunning verleend:
a. Huisvesting van 6 personen of meer in een rustige woonwijk of gemengd gebied;