Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[subfonds], gevestigd te [plaats] (Verenigde Staten),
1.Motivering
- het jaar 2009 (zaaknummer 18/3954);
- het jaar 2010 (zaaknummer 18/3956);
- het jaar 2011 (zaaknummer 18/3957).
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 3 augustus 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin belanghebbende, een buitenlandse fiscale beleggingsinstelling, beroep had ingesteld tegen de afwijzing van verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting. De rechtbank heeft vastgesteld dat belanghebbende geen recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting, omdat de Hoge Raad heeft geoordeeld dat het vrije verkeer van kapitaal niet wordt belemmerd door het feit dat buiten Nederland gevestigde beleggingsinstellingen niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op grond van de regeling van de afdrachtvermindering. Belanghebbende had in haar beroepschrift aangevoerd dat zij vergelijkbaar is met een fiscale beleggingsinstelling en dat zij recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting op basis van het Unierecht. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen recht bestaat op teruggaaf van dividendbelasting en dat er ook geen recht is op vergoeding van rente over de ingehouden dividendbelasting. Bovendien is er in het beroepschrift geen onderbouwing gegeven voor de aanspraak van participanten in het fonds op teruggaaf van dividendbelasting. De rechtbank heeft de beroepen daarom kennelijk ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.