ECLI:NL:RBZWB:2021:3957

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 augustus 2021
Publicatiedatum
3 augustus 2021
Zaaknummer
AWB- 20_7283
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) door Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 augustus 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) over de afwijzing van een aanvraag voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiseres, die lijdt aan diverse lichamelijke en psychische klachten, had op 7 oktober 2019 een aanvraag ingediend voor zorg. Het CIZ heeft deze aanvraag op 6 december 2019 afgewezen, en het bezwaar van eiseres tegen deze afwijzing werd op 11 juni 2020 ongegrond verklaard. Eiseres stelde dat haar klachten zodanig ernstig zijn dat zij in aanmerking komt voor een Wlz-indicatie, omdat zij 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig heeft.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de te beoordelen periode loopt van de datum van de aanvraag tot de datum van het bestreden besluit. De rechtbank oordeelde dat het CIZ terecht had geconcludeerd dat eiseres niet voldeed aan de criteria voor 24 uur zorg in de nabijheid, omdat de zorgbehoefte van eiseres planbaar is en zij in staat is om op relevante momenten hulp in te roepen. De rechtbank heeft de medische adviezen van het CIZ gevolgd, die concludeerden dat er geen noodzaak was voor 24 uur zorg in de nabijheid, en dat de psychische klachten van eiseres niet als een separate aandoening konden worden aangemerkt die recht gaf op Wlz-zorg.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen reden gezien voor een proceskostenveroordeling. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/7283 WLZ

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 augustus 2021 in de zaak tussen

[naam eiseres] , te [naam woonplaats] , eiseres

gemachtigde: mr. L.L. Ross,
en

Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 6 december 2019 (het primaire besluit) heeft het CIZ de aanvraag van eiseres om zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) afgewezen
In het besluit van 11 juni 2020 (bestreden besluit) heeft het CIZ het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het CIZ heeft een verweerschrift ingediend.
Het beroep is besproken op de zitting van de rechtbank op 6 juli 2021.
Hierbij was mr. S. Kersjes-van Bussel namens het CIZ aanwezig. Eiseres en haar gemachtigde zijn met bericht van verhindering niet verschenen.

Overwegingen

Feiten
1. Eiseres, geboren op [geboortedatum eiseres] , heeft psychische klachten waarvoor zij in 2015 met goed resultaat behandeld is bij GGZ. Eiseres heeft een beenamputatie ondergaan en heeft overgewicht. Ook heeft eiseres schouderklachten, een hoge bloeddruk en latente diabetes type 2. Eiseres is rolstoelafhankelijk en kan geen krukken gebruiken in verband met beperkingen aan haar rechter arm. Eiseres woont samen met haar echtgenoot. Zij ontvangt 3 tot 5 maal per dag thuiszorg om haar te helpen met haar persoonlijke verzorging. Op 7 oktober 2019 heeft eiseres bij het CIZ een aanvraag ingediend om zorg op grond de Wlz.
Met het primaire besluit, gehandhaafd bij het bestreden besluit, heeft het CIZ deze aanvraag afgewezen. Uit het bestreden besluit en het verweerschrift blijkt dat de medisch adviseur in bezwaar (evenals de primaire medisch adviseur) twee grondslagen heeft vastgesteld: somatische aandoening of beperking en lichamelijke handicap. Op grond van die grondslagen ziet de medisch adviseur geen noodzaak tot 24 uur zorg in de nabijheid. Er zijn namelijk geen zware beperkingen vastgesteld van de regievoering. Er is ook geen separate aandoening van het cognitief functioneren vastgesteld. Het CIZ concludeert dat niet is voldaan aan één van de criteria voor de Wlz en adviseert eiseres met recente actuele, medische informatie van een psychiater een nieuwe aanvraag te doen.
Geschil
2. De vraag die de rechtbank moet beoordelen luidt of het CIZ terecht de beslissing tot weigering van een Wlz-indicatie naar aanleiding van de aanvraag van 7 oktober 2019 heeft gehandhaafd.
Standpunt eiseres
3. Eiseres voert aan dat zij wel degelijk in aanmerking komt voor een Wlz indicatie omdat haar klachten tezamen van dusdanige aard zijn dat sprake is van zware beperkingen in de regievoering. Bovendien heeft eiseres concentratieproblemen en geheugenverlies waardoor de regievoering wordt bemoeilijkt. Er is wel voldaan aan het criterium 24 uur zorg in de nabijheid, want eiseres heeft voortdurende begeleiding nodig in de zelfverzorging door lichamelijke klachten. De psychische klachten vergroten de problemen en zorgen ervoor dat zij verminderd in staat is adequaat hulp in te roepen en ernstig nadeel te voorkomen.
Wettelijk kader
4. In artikel 3.2.1, eerste lid, van de Wlz is ten tijde hier van belang bepaald dat een verzekerde recht heeft op zorg die op zijn behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden is afgestemd voor zover hij naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op die zorg is aangewezen omdat hij, vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, een blijvende behoefte heeft aan:
a. permanent toezicht ter voorkoming van escalatie of ernstig nadeel voor de verzekerde, of
b. 24 uur per dag zorg in de nabijheid, omdat hij zelf niet in staat is om op relevante momenten hulp in te roepen en hij, om ernstig nadeel voor hem zelf te voorkomen,
1°. door fysieke problemen voortdurend begeleiding, verpleging of overname van zelfzorg nodig heeft, of
2°. door zware regieproblemen voortdurend begeleiding of overname van taken nodig heeft.
Beoordeling
5.1
De rechtbank stelt vast dat de te beoordelen periode loopt van 7 oktober 2019 (datum aanvraag) tot 11 juni 2020. Ontwikkelingen van daarna, zoals een verslechterde medische situatie, kunnen niet worden meegenomen in de beoordeling.
5.2
Tussen partijen staat vast dat eiseres als gevolg van somatische en lichamelijke aandoeningen afhankelijk is van zorg en dat er bij eiseres sprake is van de grondslagen somatiek en lichamelijke handicap. Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de vraag of eiseres is aangewezen op 24 uur per dag zorg in de nabijheid.
5.3
Artikel 3.2.1, eerste lid, van de Wlz, zoals dat ten tijde in geding luidde, geeft geen recht op Wlz zorg indien de noodzaak van permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid voortvloeit uit een psychiatrische grondslag. Indien sprake is van een psychiatrische grondslag in combinatie met andere wel in artikel 3.2.1 van de Wlz genoemde grondslagen, zoals een somatische aandoening en/of een verstandelijke handicap, moet worden beoordeeld of alleen deze andere grondslagen leiden tot permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid. [1] Tot slot moet worden vastgesteld of de behoefte aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid blijvend is. Met ingang van 1 januari 2021 is het mogelijk om op basis van een psychische stoornis zorg te ontvangen vanuit de Wlz. Het CIZ schrijft in het bestreden besluit dat de indicatiestelling daarvoor in bepaalde gevallen per 2020 kon plaatsvinden.
5.4
De medisch adviseur bezwaar en beroep van het CIZ heeft in de bezwaarfase recente medische informatie opgevraagd bij de psychiater van eiseres om haar psychische status te beoordelen. Er werd echter gedateerde medische informatie ontvangen en de medisch adviseur bezwaar en beroep concludeerde daarop dat er geen sprake is van een separate aandoening van het cognitief functioneren. Ter zitting heeft het CIZ toegelicht dat de medische informatie tevens is opgevraagd om vast te stellen of sprake was van de grondslag psychiatrie en dat niet is gebleken dat dat het geval was.
5.5
Voor zover eiseres in haar beroep heeft beoogd te stellen dat het CIZ ten onrechte de grondslag psychiatrie niet heeft aangenomen, kan zij daarin niet worden gevolgd. Eiseres heeft geen recente medische informatie overgelegd op basis waarvan (de medisch adviseur van) het CIZ tot een andere conclusie had kunnen of moeten komen.
5.6
Deze beroepsgrond slaagt niet.
5.7
Het CIZ heeft ook beoordeeld of eiseres somatische klachten en de lichamelijke handicap leiden tot een blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid.
5.8
Eiseres voert aan dat alleen al vanwege de lichamelijke problemen sprake is van een noodzaak tot 24 uur per dag zorg in de nabijheid. In het geval van lichamelijke problemen moet meer specifiek bekeken worden of er voortdurende begeleiding, verpleging of overname van zelfzorg nodig is. Dat is het geval bij eiseres. Zij kan zelf de regie niet voeren. Er is begeleiding of overname van de zorgtaken nodig. De psychische klachten vergroten de problematiek en zorgen ervoor dat eiseres niet op alle momenten in staat is om zelf adequaat hulp in te roepen om zodoende ernstig nadeel te voorkomen.
5.9
Het CIZ voert aan dat eiseres hulp en ondersteuning nodig heeft bij de persoonlijke verzorging, bij het bewegen en verplaatsen en huishoudelijke taken. Die zorg is volledig planbaar en bij onplanbare zorg kan de zorg worden afgewacht. Eiseres is in staat om op relevante momenten hulp in te roepen en om deze zorg af te wachten. Ook belt zij zelfstandig met de Somalische stichting als zij iets wil weten en als eiseres een migraine aanval heeft laat zij haar man bellen. CIZ kan eiseres niet volgen in haar redenering dat de klachten samen dusdanig zijn dat sprake is van ernstige beperkingen in de regievoering.
5.1
De rechtbank stelt vast dat de medisch adviseurs van het CIZ hun advies hebben gebaseerd op dossieronderzoek, een huisbezoek, telefonisch contact met de WMO begeleidster en medische informatie van de behandelaars van eiseres. Ook is nadere informatie ingewonnen bij GGZ Breburg. Uit het primaire medische advies van 5 december 2019 blijkt dat eiseres ernstige beperkingen heeft en dat zij een zorgbehoefte heeft bestaande uit hulp bij persoonlijke verzorging, mobiliteit en huishoudelijke taken. De primaire medisch adviseur komt echter tot de conclusie dat eiseres medisch gezien op basis van de vastgestelde Wlz grondslagen niet blijvend is aangewezen op 24 uur per dag zorg in de nabijheid omdat de zorg die zij nodig heeft planbaar is en eiseres in staat is om adequaat hulp in te roepen. De medisch adviseur bezwaar en beroep concludeert in zijn advies van 28 mei 2020 in aanvulling op het primaire medische advies dat geen sprake is van een separate aandoening van het cognitief functioneren of van zware beperkingen van de regie voering en dat geen noodzaak is voor 24 uur zorg in de nabijheid.
5.11
De rechtbank is van oordeel dat het CIZ het bestreden besluit heeft mogen baseren op de medische adviezen. De medisch adviseurs hebben de in het dossier aanwezige medische informatie, waaronder de informatie verstrekt door de huisarts, de revalidatiearts en de GGZ bij hun oordeel betrokken en hun bevindingen op een heldere, inzichtelijke wijze uiteen gezet. In hetgeen namens eiseres is aangevoerd ziet de rechtbank geen grondslag voor de conclusie dat de medische adviezen niet juist zijn. Er is uitsluitend informatie van de psychiater van eiseres overgelegd uit 2015. Die informatie is gedateerd en eiseres heeft geen recente informatie overgelegd waaruit blijkt dat zij in de periode in geding onder behandeling was voor psychische klachten. Bovendien is gesteld noch gebleken dat het medisch advies niet op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Eiseres voert aan dat dient te worden onderzocht of zij voortdurend begeleiding, verpleging of overname van zelfzorg nodig heeft, maar zij heeft geen medische stukken overgelegd die aan het medisch advies doen twijfelen. [2] Nu ook niet is gebleken dat eiseres een cognitieve beperking heeft en de regieproblemen evenmin medisch geobjectiveerd zijn, is de enkele stelling van eiseres dat wel sprake is van regieproblemen onvoldoende. De rechtbank onderschrijft dat eiseres is aangewezen op intensieve zorg. Duidelijk is dat zij over de dag verspreid hulp nodig heeft. Maar omdat eiseres die zorg niet 24 uur per dag continu nodig heeft, kan zij die zorg niet in het kader van de Wlz vergoed krijgen.
5.12
Nu niet aannemelijk is geworden dat eiseres is aangewezen op 24 uur zorg in de nabijheid in het kader van de Wlz, heeft het CIZ op goede gronden in het bestreden besluit de afwijzing van de aanvraag om zorg op grond van de Wlz gehandhaafd.
5.13
Deze beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie
6.1
Het beroep is ongegrond
6.2
Er is geen reden voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.E.J.M. Stoof, rechter, in aanwezigheid van
mr. C.F.E.M. Mes, griffier, op 2 augustus 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om deze uitspraak te ondertekenen.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.