ECLI:NL:RBZWB:2021:3730

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 juli 2021
Publicatiedatum
23 juli 2021
Zaaknummer
BRE-21_2888_tm_2892
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing inzake de verwijzing van belastingzaken naar een andere rechtbank op basis van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie

Op 23 juli 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen in de zaken met zaaknummers BRE 21/2888 tot en met 21/2892. Deze beslissing betreft de toepassing van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarin is vastgelegd dat de rechtbank een zaak kan verwijzen naar een andere rechtbank indien zij van oordeel is dat dit gewenst is. De rechtbank overweegt dat de gemachtigde van de belanghebbende werkzaam is bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, wat leidt tot een situatie van betrokkenheid. Hierdoor is de rechtbank van mening dat de behandeling van de beroepen door een andere rechtbank, in dit geval de rechtbank Den Haag, gewenst is.

De beslissing is genomen door rechter mr. S.A.J. Bastiaansen, in aanwezigheid van griffier P. van der Hoeven. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze beslissing staat nog geen rechtsmiddel open; dit kan pas worden ingesteld gelijktijdig met het rechtsmiddel tegen de einduitspraak in deze zaak. De rechtbank heeft hiermee een belangrijke stap gezet in het waarborgen van een onpartijdige behandeling van de belastingzaken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummers BRE 21/2888 tot en met 21/2892
beslissing van 23 juli 2021
Beslissing inzake de toepassing van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie in de gedingen tussen
[belanghebbende], gevestigd te [vestigingsplaats] ,
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
verweerder.

1.Motivering

1.1.
In artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie is bepaald dat de rechtbank een zaak ter verdere behandeling kan verwijzen naar een andere rechtbank, indien naar haar oordeel door betrokkenheid van de rechtbank behandeling van die zaak door een andere rechtbank gewenst is.
1.2.
De rechtbank overweegt dat gemachtigde van belanghebbende werkzaam is bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Daarom is naar het oordeel van de rechtbank sprake van zodanige betrokkenheid van de rechtbank dat behandeling van de beroepen door een andere rechtbank gewenst is.

2.Beslissing

De rechtbank verwijst de zaken ter verdere behandeling naar de rechtbank Den Haag.
Deze beslissing is gedaan door mr. mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 23 juli 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat nog geen rechtsmiddel open. Dit kan worden ingesteld tegelijkertijd met het rechtsmiddel tegen de einduitspraak in deze zaak.