ECLI:NL:RBZWB:2021:3730
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing inzake de verwijzing van belastingzaken naar een andere rechtbank op basis van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie
Op 23 juli 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen in de zaken met zaaknummers BRE 21/2888 tot en met 21/2892. Deze beslissing betreft de toepassing van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarin is vastgelegd dat de rechtbank een zaak kan verwijzen naar een andere rechtbank indien zij van oordeel is dat dit gewenst is. De rechtbank overweegt dat de gemachtigde van de belanghebbende werkzaam is bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, wat leidt tot een situatie van betrokkenheid. Hierdoor is de rechtbank van mening dat de behandeling van de beroepen door een andere rechtbank, in dit geval de rechtbank Den Haag, gewenst is.
De beslissing is genomen door rechter mr. S.A.J. Bastiaansen, in aanwezigheid van griffier P. van der Hoeven. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze beslissing staat nog geen rechtsmiddel open; dit kan pas worden ingesteld gelijktijdig met het rechtsmiddel tegen de einduitspraak in deze zaak. De rechtbank heeft hiermee een belangrijke stap gezet in het waarborgen van een onpartijdige behandeling van de belastingzaken.